Sybren Ophof daagt de branche uit: Vuursche Lodge is geen plek, maar een antwoord.
Sybren Ophof is niet iemand die genoegen neemt met ‘zoals het altijd ging’. Hij denkt liever opnieuw na dan dat hij blijft sleutelen aan bestaande vormen. Zijn visie op eventlocaties is helder en doordacht: “Een goede locatie moet geen speeltuin zijn, maar een strategisch instrument.” Na eerdere successen als DeFabrique, DUS en Fort de Gagel, is hij nu bezig met zijn meest complete project ooit: Vuursche Lodge. Gelegen in de bossen bij Lage Vuursche is de locatie op 1 september klaar voor de eerste events, maar nu al te bezoeken… en boeken!
We spraken hem over wat er mist in het eventlocatielandschap, wat er anders móet, en waarom een nieuwe locatie pas bestaansrecht heeft als het de vraagstukken van de branche echt oplost.
Wat is er mis met hoe we eventlocaties nu ontwerpen?
“Veel locaties zijn gebouwd vanuit stenen. Niet per se vanuit het gebruik of de strategie erachter. Ze focussen vaak op sfeer, uitstraling of capaciteit. Maar wat vaak wordt vergeten: een eventlocatie is een tool. En tools moeten passen bij hoe we vandaag werken. Dat werk is inmiddels behoorlijk complex geworden. Denk aan strakke tijdschema’s, technische eisen, specifieke foodwensen, brandingmogelijkheden en duurzaamheidsdoelen. Als een locatie daar niet in mee kan bewegen, loop je al snel achter.”
Wat is dan volgens jou wél een goede locatie?
“Voor mij is het belangrijk dat een locatie dienstbaar is aan het event. Alles moet kloppen, idealiter nog voordat de organisator überhaupt een vraag heeft gesteld. Duidelijke routing, vaste plekken voor branding, goede akoestiek – of je nu met 50 of 500 man in een zaal zit – en foodconcepten die verspilling tegengaan. Juist in die details kun je het verschil maken.”
Hoe vertaalt die visie zich naar Vuursche Lodge?
“Vuursche Lodge is eigenlijk een optelsom van alles wat ik in de afgelopen jaren ben tegengekomen en waarvan ik dacht: dit moet echt anders. De locatie bestaat uit drie lagen: Roots, Timber en Crown – verdieping -1, begane grond en eerste verdieping. Dat zie je ook terug in ons logo. Samen met de vijf elementen (hout, vuur, aarde, metaal en water) vormt het een geheel waarin alles draait om groei. Zowel qua ruimte als qua beleving. Het is niet alleen een mooie plek met een goed verhaal, het is een goed verhaal dat in alles is doorvertaald naar de plek zelf.”
Wat maakt deze locatie functioneel beter?
“We hebben geprobeerd om echt aan alles te denken. Van een 6 x 3 meter LED-scherm tot een bruin café en bowlingbanen in de kelder voor informele momenten. Buiten vind je een bos-auditorium. Het hele terrein is plug-and-play: je hoeft niets op te bouwen of aan te passen. Alles staat klaar. Dat maakt het voor organisatoren overzichtelijk en efficiënt.”
Wat zou je willen dat de branche nu inziet?
“Dat een locatie meer moet zijn dan een mooie ruimte. Het gaat erom dat je snapt wat nodig is om een event echt goed neer te zetten. Dat vraagt iets anders van een gebouw, maar ook van de manier waarop je het aanbiedt. Het draait om de beleving en om het resultaat voor de opdrachtgever.”
Ben je dan eigenlijk meer conceptontwikkelaar dan exploitant?
“Ja, absoluut. Ik word enthousiast van het proces vóórdat iets af is. Het bouwen, het nadenken over wat er nodig is. Dat is waar ik het meeste energie van krijg. Beheren is nodig, maar bouwen is waar ik op mijn best ben. En ook na twintig jaar in het vak kan ik daar nog elke dag van genieten.”
Wat moeten we volgens jou écht anders doen in onze branche?
“We moeten af van het idee dat bepaalde problemen er nu eenmaal bij horen. Dat verspilling in catering onvermijdelijk is bijvoorbeeld. Of dat je ruim van tevoren precies moet weten hoeveel mensen er komen. Dat past gewoon niet meer. Wij werken daarom met een flexibel menu-DNA. Komen er minder gasten dan gepland, dan kunnen we de ingrediënten alsnog inzetten. Zo minimaliseer je waste én stress. Het draait om structuur die ruimte geeft.”
Hoe zit het met duurzaamheid?
“Dat moet geen apart hoofdstuk zijn, maar de basis van alles wat je doet. Van materialen tot personeelsbeleid: alles is gekozen met duurzaamheid in gedachten. We richten ons zelfs op een B Corp-certificering. Niet als marketingtruc, maar als bewijs dat we als locatie écht verantwoordelijkheid nemen.”
Je noemt vaak ‘details die het verschil maken’. Geef eens een voorbeeld?
“Het zit ’m echt in de optelsom van kleine keuzes. Een brandingpunt op de juiste hoogte. De juiste looproute. Een ruimte waar je even kunt bellen of werken zonder gestoord te worden. Goede akoestiek. Als al die dingen kloppen, creëer je rust. En die rust geeft ruimte om te focussen op de inhoud van het event.”
Je runt Vuursche Lodge samen met jouw partner Pascale Heinsius. Hoe verdelen jullie de rollen?
“Pascale is onmisbaar. Ze bewaakt de sfeer, het gevoel en zorgt dat het team goed draait. Ik richt me vooral op de structuur, systemen en toekomstbestendigheid. We vullen elkaar daarin perfect aan. En samen met een geweldig team zorgen we dat de kwaliteit niet eenmalig is, maar consistent.”
Wat hoop je dat bezoekers voelen als ze binnenstappen?
“Dat het klopt. Dat ze denken: hier wil ik zijn. Niet alleen omdat het mooi is, maar omdat je voelt dat er aan je gedacht is. Dat alles gebouwd is met jouw werk in gedachten. Als dat overkomt, dan weet ik dat we goed zitten.”
En hoe kunnen mensen dat zelf ervaren?
“Kom langs. Vuursche Lodge opent op 1 september, maar ik laat nu al graag eventprofessionals een sneak preview ervaren. Geen verkooppraatje, geen PowerPoint. Gewoon een wandeling door de locatie. Stuur me een bericht via [email protected], dan laat ik het je persoonlijk zien.”
Bron: Eventinspiration.nl
